Over ongedierte en kruiden.

In de voorgaande Buurtbrieven hebben we regelmatig positieve eigenschappen van kruiden voor de menselijke gezondheid genoemd. Maar minder bekend zijn de positieve eigenschappen voor andere gewassen.

Moestuinliefhebbers kennen het gevecht tegen zichtbare en minder zichtbare soorten van ongedierte en plagen. Denk aan aaltjes, witte vlieg, bladluis en rupsen. Kruiden een plekje geven in de (moes)tuin kan helpen. Alleen al doordat veel kruiden makkelijk toegankelijke bloemen vol nectar hebben. Ze lokken nuttige insecten, die vaak natuurlijke vijanden van vervelende plagen zijn. Daarnaast lokken ze ongewenste plagen, bijvoorbeeld vlinders, bij de planten weg.

Eén van de bekendere kruiden die gebruikt wordt tegen plagen is het Afrikaantje, ofwel Tagetes, waar de bloem van gegeten kan worden. Dit kruid scheidt een aaltjes dodende stof af uit zijn wortels. Maar er is nog een kruid dat werkt tegen aaltjes en dat is goudsbloem, ofwel calendula officinalis. De goudsbloem wordt voor de mens vaak ingezet in verzorgende zalven, maar heeft nog meer voordelen. Goudsbloem weert witte vlieg, emelten en ritnaalden in de (moes)tuin. Emelten zijn larven van langpootmuggen die plantenwortels kapot vreten. Naast goudsbloem werken ook knoflook, citroenkruid en papaver afwerend tegen emelten. Ritnaalden zijn de larven van de kniptor en vreten veelal gangen in wortels en knollen. De bovengenoemde tagetes werkt afwerend, net als hennep en boerenwormkruid.

Boerenwormkruid werd vroeger gebruikt tegen wormen bij mens en vee en werkt dus tevens afwerend tegen aardvlooien, die gangetjes vreten in onderste jonge bladeren en wortels en knollen. Ook salie, kattenkruid en hysop werken afwerend tegen aardvlooien, voornamelijk door de onaangename geur (voor de aardvlo) die deze kruiden verspreiden. Veel van bovengenoemde kruiden worden gebruikt tegen de meest bekende plaag in de tuin, (blad)luizen. Hysop, salie, tijm, lavendel, citroenkruid, tagetes, boerenwormkruid, koriander en anijs zouden door hun geur en smaak de luizen op afstand houden.

Tevens zijn er een aantal combinatieteelten bekend die werken tegen bladluis, zoals  tuinboon-dille, tuinboon-bonenkruid, sla-ui, sla-knoflook. De Oost-Indische kers werkt ook op bladluis, maar dan op een andere manier. De Oost-Indische kers wordt een vangplant genoemd en trekt wortelvlieg, witte vlieg, bladluis en zwarte bonenluis aan, waardoor de plagen worden weggelokt bij de moestuinplanten. Zo wordt de zonnebloem ingezet als vangplant voor wantsen.

Een beestje dat ook vaak in de (moes)tuin gezien, maar liever niet gezien wordt, is de mier. Het uitstrooien van bladeren van de lavendel, marjolein en tijm zou daartegen helpen.
Dus (moes)tuinliefhebbers, omarm de kruiden en laat ze je helpen je moestuin te laten floreren!